Trektocht Langtang | Gosaikund | Helambu – Individueel

Kathmandu - Thulo Syabru

Een lange rit met veel dorpjes onderweg brengt ons van Kathmandu naar Dhunche,  het startpunt van de trek op 2200 meter. Direct uit de Kathmandu-vallei klimmen we omhoog naar Kakani, een dorpje op een pas van 2100 meter hoog, een bekend uitzichtspunt op de centrale Himalaya. Daarna volgt de eindeloze afdaling naar het hete en tropische stadje Trisuli. Dit is het eindpunt van de geasfalteerde weg. Daarna gaat het weer bergopwaarts het dal van de Trisuli Gandaki in. Bij de dorpen vinden we uitgebreide bananenplantages. Bij Dhunche is de checkpost voor het Nationale Park Langtang. Vanaf Dhunche lopen we naar Thulo Syabru, een fijne inloopwandeling van een uur of 2.

Thulo Syabru - Lama hotel

Een afdaling leidt naar de Langtang Khola (= rivier), eerst door de velden van het dorp later door steeds dichter wordend oerwoud. Prachtige vegetatie en veelkleurige vogeltjes. De Langtang rivier is een wilde stroom die zich met vele watervallen naar beneden stort door een nauwe kloofachtige vallei. Het is vandaag een prachtige dag door dichte vochtige wouden, met veel orchideeën, vingerplanten en varens. Je kunt goed begrijpen waarom men dit gebied wil beschermen door het tot nationaal park te maken. We overnachten in Lama hotel.

Lama hotel - Langtang

In de dichte wouden leven groepen apen die we tegen kunnen komen. De boomtakken zijn veelal behangen met lange baardmossen. Langtang dorp ligt op ongeveer 3300 meter hoogte en de vegetatie verandert langzaam naar naaldwouden en berkenbossen. Het is een mooi en klein dorpje met huizen gebouwd in Tibetaanse stijl, ommuurde bouwlanden en een kleine kloostertempel (Gompa). Evenals in de hogere delen van Helambu wonen hier voornamelijk boeddhistische Tamangs. We krijgen nu zicht op de hogere delen van de vallei met besneeuwde toppen en gletsjers. Overnachting in het dorp Langtang (3300 m). Een “nieuw” dorp, de aardbeving in 2015 heeft hier hard toegeslagen.

Langtang - Kyangjin Gompa

Vandaag gaan we naar de kleine nederzetting Kyangjin Gompa (3800 m), genoemd naar het kloostertje. Onderweg passeren we de boomgrens. In Kyangjin blijven we een dag. Het is een prachtige omgeving om verder te verkennen en om verder te acclimatiseren i.v.m. de pasoversteek enkele dagen later.

rustdag Kyangjin Gompa (of Tsergo Ri)

Rustdag in dit mooie oord. Verschillende dagtochten kunnen gemaakt worden. Het plaatsje zelf is ook de moeite waard om eens rond te kijken.
Als je al goed geacclimatiseerd bent kun je kijken of je helemaal naar Tsergo Ri (5000m) kunt lopen.

dagwandeling Langshisa Kharka

Het is mogelijk om als dagtocht naar Langshisa Kharka te gaan. Een hele lange dagwandeling, hoewel niet erg moeilijk.

We vervolgen de route oostwaarts vanuit Kyangjin Gompa door de vallei. We passeren de “afslag”naar Tsergo Ri en de airstrip. Deze mooie wandeling brengt ons bovenin de vallei, waar de Salbachum, de Langshisha en de Langtang gletsjer samenkomen.
Hier heb je de route naar de Tillman pas en het vervolg van de vallei als panorama.

Kyangjin Gompa - Ghodatabela

Vandaag dalen we van Kyangjin Gompa, via Langtang door de vallei weer af naar Godatabela.

Ghodatabela - Bamboo lodge

We dalen verder af, langs de bekende plaatsen van de heenweg. Toch ziet alles er wat anders uit wanneer je afdaalt. We overnachten bij Bamboo lodge, een stukje voor Thulo Syabru. (1970 m).

Bamboo lodge - Phulung Danda

Nog een klein stukje van de ons bekende route, tot Thulo Syabru. Even later gaat de route naar Dhunche naar rechts en gaan wij naar links. We gaan nu richting het Gosainkund meer en slapen op een mooie kam in een lodge.

Phulung Danda - Laurebina

We doorkruisen in eerste instantie veel bebouwde terrassen. Later komen we in prachtige oerbossen waarin we drie lagen kunnen onderscheiden: de enorme hoge sparren met daaronder grote rododendronbossen en daaronder weer de laag geurende kruiden en varens. Door de bomen heen krijgen we nu zicht op de schitterend witte Himalaya pieken. Sing Gompa zelf is een klein dorp met een oud kloostertje en een kaasfabriekje. Later op de dag drijven er vaak lage wolken de vallei binnen waar je dan bovenop kunt kijken. Op de rand van de afgrond staan de lange stokken met wapperende gebedsvlaggen hoog boven de wereld. We klimmen nog door naar Laurebina (3910 m).

Laurebina - Gosainkunda

We naderen het hoogte punt van de reis. Na een 1½ uur klimmen bereiken we de boomgrens. Geleidelijk stijgen we nu verder over fantastische weidse yakweidevelden en hogerop langs loodrechte rotswanden. Achter ons wordt het dal steeds dieper en we zien bij helder weer steeds meer van de Himalaya hoofdketen: Langtang Lirung, Manaslu en Peak 29, Annapurna… Langzaam ontstijgen we de wereld. Bij de heilige meertjes van Gosaïnkunda overnachten we in een lodge op 4200 meter. Het is hier koud en we bevinden ons in echt hooggebergte tussen besneeuwde rotsige pieken. De meertjes zelf zijn prachtig van kleur (als ze niet bevroren zijn).

Gosainkunda - Gopte

De klim naar de Laurabina-pas op 4610 meter is van hieruit niet moeilijk. Het gebied aan weerszijden van de pas is nogal verlaten. Slechts af en toe kom je er de komende dagen een enkel hutje of klein gehucht tegen. Vlak voor de pas heb je natuurlijk het mooiste uitzicht op de bergen achter je. Net over de pas heen zie je de aflopende heuvels richting Kathmandu vallei. We dalen zo`n 600 meter af tot 4000 meter, waarna we contourend en nogal “up en down” ons pad vervolgen naar een grote overhangende rots “Gopte” genaamd. Soms ligt er veel sneeuw in dit gebied dat het gaan nogal bemoeilijkt en de tocht op dit punt zwaarder maakt.

Gopte - Mangeghot

Aanvankelijk stijgen we weer wat naar Tharepati om vervolgens door mooie naaldwouden in een rustig tempo af te dalen naar een open plek met een lodge vanwaar je uitzicht hebt op de Laurabina-pas.

Mangeghot - Gul Banjyang

Het eerste stuk van de afdaling loop je door een prachtig rododendronbos dat vooral in het voorjaar versierd wordt door een zee van rode, rose en witte bloemen. Kutumsang is het eerste dorpje dat we na een paar dagen wildernis tegenkomen. Nog een bergkammetje verder ligt het dorpje Gul Banjyang waar we overnachten. De mensen die hier wonen noemen zich Sherpa’s en zeggen verwant te zijn aan de Sherpa’s in het Everest gebied.

Gul Banjyang - Chisapani

Op lagere hoogte nemen de mogelijkheden voor akkerbouw snel toe. De overgang van vrijwel onbewoond gebied naar de dichtbevolkte voetheuvels van de Himalaya is vrij abrupt. Rond Chipling accentueren terrasvormige rijstvelden de contouren van de steile heuvels in een vloeiend spel van slingerende lijnen. Het gezellige dorpje Pati Banjyang is dicht opeen gebouwd en is de eerste plaats met weer diverse kleine winkeltjes en andere voorzieningen. Vlakbij, op een strategisch punt ligt een prachtige stupa (boeddhistisch) met veel kleurige gebedsvlaggen. De dorpsbevolking bestaat steeds meer uit hindoe-groepen, als Chetri’s, Brahmins en ook Newars.

Chisapani - Kathmandu

Hier in de voetheuvels van de Himalaya gaat de route plaatselijk nog flink op en neer. De dichtbeboste Burlang pas (2440 meter) is het laatste obstakel voor ons weerzien met de Kathmandu-vallei. Er volgt een steile afdaling van zo’n 1200 meter tussen tegen de berghelling aangeplakte huizen en erfjes door naar de rand van de vallei. Hier vandaan gaan we met de bus terug naar Kathmandu.