Wandelreis Nepal | Inner Dolpo Cristal Mountain en Kekyap La

Wandelreis Nepal | Inner Dolpo Cristal Mountain en Kekyap La dag tot dag

Reisschema
1             Vlucht A’dam – KTM
2             aankomst KTM, transfer naar hotel, relax/sightseeing
3             Vlucht naar Nepalgunj
4             vlucht naar Juphal (2425 m) lopen naar Dunai (2,5 uur , 2200 m)

5             naar Chepka (4 uur, 2800 m)
6             naar Rechi (5 uur, 3100 m)
7             naar Pokhsundo (6 uur, 3600 m)
8             acclimatiesatiedag Poksundo
9             naar Kanjelaruwa Camp (4 uur 3700 m)
10           naar Kangla Base Camp (4 uur, 4500 m)
11           via kangla (5200 m) naar Shey (6 uur, 4400 m)
12           rustdag Shey

13           Crystal mountain kora (12 uur)
14           Crystal mountain kora (12 uur)
15           naar Namgung (5 uur, 4450 m)
16           naar Saldang (4 uur, 4000 m)
17           Via pas (4615 m) naar Khoma (5 uur, 4200 m)

18           Via pas naar Pu Gompa (5 uur, 3980 m)

19           naar Tinje (4 uur, 4190 m)
20          rustdag Tinje
21           naar Mola Basecamp (6 uur, 4580 m)
22           over Mola la (5030) naar Chharka (7 uur, 4320 m)
23           naar Kyokhlun gola 96 uur, 4820 m)

24           naar Araniko base camp (4 uur, 5320 m)

25           via Anije la (5680 m) naar Snowleopard lake (8 uur, 5190 m)

26           naar Kekyap phedi (3 uur, 5000 m)

27           via kekyap la (5630 m) naar lo Manthang (7 uur, 3680 m)

28           rustdag Lo Manthang

29           naar Dakmar (5,5 uur, 3620 m)

30           naar Syangmochen (5 uur, 3800 m)

31           lopen naar Chusang, jeep naar Jomsom

32           Jomsom- Pokhara-Kathmandu

33           Kathmandu

34           Vertrek naar Amsterdam

reisbeschrijving, vooraf…

Het gaat hier om een avontuurlijke reis. Er zijn diverse factoren die onderweg onze reisplannen kunnen beïnvloeden, hoe goed de reis ook is voorbereid. Onderstaande reisbeschrijving geeft de hoofdlijnen van de reis weer. De reisleiding kan genoodzaakt zijn om tijdens de reis verschuivingen in het geplande programma aan te brengen.

Dag 1 vertrek uit Amsterdam

Goede verbindingen en tarieven tussen Amsterdam en Kathmandu zijn mogelijk met: KLM/Jet Airways via New Delhi en/of Bombay, Etihad, Qatar Airways, Emirates via één van de Golfstaten en Turkish Airlines via Istanboel.

Dag 2 aankomst in Kathmandu

In de loop van de dag aankomst in Kathmandu en transfer naar het hotel op een rustige plek in Thamel. Lekker even uitblazen van deze toch altijd wat vermoeiende reis.  Afhankelijk van je aankomsttijd heb je nog wel even de tijd om de stad in te gaan. Aan het eind van de reis heb je, als de binnenlandse vluchten op tijd vliegen, ook nog een dag in Kathmandu zodat je niet alle highlights in deze dag hoeft te proppen.
In Kathmandu is van alles te doen en te bezichtigen. Naast de “verplichte” bezienswaardigheden als de grote tempels en stupa`s Swayambu, Pashupathinath en Bodnath, zijn er nog talloze bijzondere plaatsen die je zou moeten bezoeken. Vooral in de wijken Ason en Chetrapati, niet ver van het hotel, kun je je onderdompelen in de menigte in de wirwar van drukke straatjes, markten en vele tempeltjes. Dit verveelt nooit!

Dag 3 Kathmandu, vlucht naar Nepalgunj in de Terai

Dit is een vlucht van ongeveer 50 minuten. Van oost naar west vlieg je langs een groot stuk van de Himalaya. Als het zicht goed is kun je achtereenvolgens zien: Langtang, Ganesh Himal, Manaslu, Annapurna, Dhaulagiri en de bergen van Dolpo. Nepalgunj ligt in de laaggelegen Terai waar het tropisch heet is. We overnachten er in een rustiek hotel, met airco en zwembad!

Dag 4 Nepalgunj naar Juphal (2425 m) en lopen naar Dunai (2200 m), 2,5 uur lopen, 250 meter dalen

De vluchten van de zuidelijk gelegen Terai de bergen in, zoals deze, gaan altijd `s morgens. Omdat op “zicht” wordt gevlogen en de ochtenden meestal het helderst zijn kiest men voor dit tijdstip. Het is een prachtige vlucht met een spectaculaire landing. Nepalgunj ligt in de Terai, het vlakke stukje land dat grenst aan India. Je zweeft over de rijstvelden tot langzaam de heuvels onder je zichtbaar worden. Heuvels worden bergen en na 20 minuten vlieg je zelfs tussen de bergen door die nu hoger zijn dan waar het vliegtuig is. Om een kam heen zwenkt het toestel nu naar rechts waardoor de kleine landingsbaan zichtbaar wordt. Een paar minuten later sta je aan de grond en als het stof van de landing is opgetrokken zie je aan de rand van de parkeerplaats al een rijtje dragers die ons opwachten. Zij helpen ons de bagage naar een jeep te brengen die ermee naar Dunai rijdt. Dit is het enige stukje weg in dit gebied. Het vliegveldje Juphal ligt hoog boven de rivier op tegen de helling van de berg. Door het dorpje lopen we langzaam omlaag en je bent meteen onder de indruk van het landschap maar zeker ook van de mensen die er beslist anders en “wilder” uitzien dan in Kathmandu. De afdaling duurt ongeveer 1 uur en daarna is het vlak tot aan Dunai, de “hoofdstad” van Dolpo. Er is een lange straat met winkeltjes, een politiepost en een camping. We hebben even de tijd om te wennen aan deze nieuwe wereld. Tijd ook om een bezoek te brengen aan het Bön-schooltje even buiten Dunai. Hier krijgen kinderen uit de omgeving gewoon onderwijs vanuit de Bön-traditie, een bijzondere mix van oud en nieuw. De Nepalese staf heeft nu tijd om alles op orde brengen voor de tocht qua paarden en voorraden. Genoeg te beleven.

Dag 5 Dunai naar Chepka (2800 m), 4 uur lopen, 600 meter stijgen

Het is vandaag geen lange loopdag en iedereen kan op zijn of haar gemak wennen aan de routine van een trekkingdag. ’s Morgens ontbijt, dan tent inpakken, de bagage wordt op de paarden geladen en dan dagrugzak op en wandelen maar. Afhankelijk van de conditie in de groep nemen we onderweg regelmatig kleine pauzes om iedereen bij te laten komen en wat te eten en te drinken. We lopen eerst een uurtje terug naar de grote hangbrug die toegang geeft tot de vallei van de Suli Gad (rivier). Deze steken we over en na korte tijd moeten we even stoppen bij de checkpost waar alle permits worden gecheckt. Dan begeven we ons stroom opwaarts naar het noorden. De vallei is hier bewoond en de oevers zijn bewerkte landerijen. Op het punt waar de vallei zich begint te vernauwen maken we bij een aantal huizen kamp. Nadat de tenten zijn opgezet kun je die inrichten met matje en slaapzak. Daarna is er thee en koffie met een snack in de “diningtent”. Rond een uur of 7 ’s avonds, het is dan al donker, wordt het diner geserveerd. Meestal ligt iedereen er vroeg in want de volgende dag is er al weer vroeg thee op bed.

Dag 6 Chepka naar Rechi (3100 m), 5 uur lopen, 300 m stijgen

Nadat we het kampement hebben opgebroken en de huizen achter ons hebben laten liggen betreden we de kloof waarvan de wanden steeds dichter bij elkaar komen. Voor ’t eerst maak je hier kennis met de ruige natuur: een woest kolkende rivier die je soms oversteekt over een houten brug, hoge bergwanden en dichte bossen. Het pad kan soms niet langs de rivier blijven lopen en daarom stijgt en daalt het om knelpunten van loodrechte rotswanden in de rivier te omzeilen. De lucht is zuiver en er is op dit traject op een enkel eenzaam huis na geen bewoning. Aan het einde van de wandeldag maken we kamp bij een aantal verspreid staande huizen in een deel van het dal dat iets breder is.

Dag 7 Rechi naar Phoksumdo (3600 m), 6 uur lopen, 500 m stijgen

Na de lunch volgt er nog een fikse wandeling inclusief klim van 500 meter naar Ringmo, het plaatsje aan het Phoksundo meer. Aan de oevers van dit meer, met zijn onuitsprekelijk diepblauwe kleur, maken we kamp.

Dag 8 Phoksundo acclimatiseren

We rusten hier een dag om bij te komen van de toch wel heftige eerste week van deze reis. Bovendien is hier genoeg te zien. Het boeddhistisch Bon-Po klooster ligt prachtig, verderop, aan het meer en in het dorp Ringmo zijn winkeltjes en kan je souvenirs, kleden, dekens of gebruiksartikelen kopen. De mensen zien er puur Tibetaans uit en zijn gekleed in yakleren laarzen en hemden en broeken gemaakt van zelf gesponnen stoffen.

Dag 9 Phoksundo naar Kanjelaruwa Camp (3700 m), 4 uur lopen, 300 m stijgen, 200 m dalen

Na de lunch breken we op om het spectaculaire pad langs het meer te volgen. Na een uurtje ben je 400 meter geklommen en staar je in de diepte van het onvoorstelbaar blauwe meer. Ons kampement ligt aan de oever in de vallei noordelijk van het Phoksundomeer.

Dag 10 K. Camp naar Kang La Base Camp (4500 m), 4 uur lopen, 800 m stijgen

Vanochtend lopen we door een wildernisgebied dat associaties oproept met Alaska en we hebben een prachtig uitzicht op noordflanken en de toppen van de Kanjelaruwa. Het kan zijn dat de schoenen uit moeten om de rivier over te steken. We verlaten het hoofddal door een pad in te slaan in een heel smalle kloof. Het pad gaat dan spectaculair en steil omhoog en hogerop vlakt het allemaal wat meer uit. Naar het zuiden zien we steeds de Kanjelaruwa. We overnachten op 4620 meter en `s nachts is het koud.

Dag 11 Kang La (5200 m) over en naar Shey (4400 m), 6 uur lopen, 700 m stijgen, 800 m dalen

De Kang La is een geleidelijk omhoog lopende, zanderige en vermoeiende pas. Er is een kans dat er sneeuw ligt en dat we moeten helpen om het pad op een klein stuk van de afdaling begaanbaar te maken voor onszelf én de paarden. Deze pas is de eigenlijke overgang naar het Tibetaanse plateau. Tot nu toe liepen we door kloven en tot hoogtes van tussen de 2500 en de 4000 meter veelal door bossen. Na de pas ontvouwt zich het typische beeld van de Tibetaanse hoogvlakte: grijs-bruine hellingen met sneeuw topjes en passen, want het is niet echt vlak alleen kom je niet of nauwelijks meer beneden de 4000 meter.  Aan het eind van het dal, waardoor we tenslotte afdalen, zien we Shey Gompa liggen. Het is een kleine gemeenschap met een klooster en een paar huizen. Een magische plek. De mensen, Dolpo-pa zijn puur Tibetaans, vaak gekleed in tunieken van ruwe wol en geweven laarzen met yakleren zolen. De huizen zijn robuust en bijna altijd getooid met gebedsvlaggen.

Dag 12 Shey rustdag

We maken vanuit Shey een kleine dagtocht naar het Tsakang klooster (4575 meter) dat hoog verheven boven het dal tegen een hoge rode rotswand aanplakt. Onderweg zien we ongetwijfeld een kudde blauwschapen. Die komen in de buurt van Shey Gompa vrij veel voor, omdat de hoofdmonnik van het klooster ooit een jachtverbod op blauwschapen heeft afgekondigd. Op deze tocht zullen we ongetwijfeld ook ander wild zien; roofvogels, Himalaya gieren, en misschien ook “naur”, een hertachtige met als bijnaam in Nepal: God van de bergen. Als het al mogelijk is om nog een sneeuwluipaard te zien dan is het hier. Ook dit kloostertje komt voor in de film ‘Himalaya’. Een belangrijk deel van het bekende boek: The Snowleopard van Peter Matthiesen speelt zich ook hier af. Wie tijd nodig heeft om weer even bij te komen blijft lekker bij het kamp rondhangen. Lekker lezen of even de was doen o.i.d

Dag 13 en 14 de Cristal Mountain Kora, 12 uur, 1755 meter stijgen en dalen

De heilige rondgang rond de Cristal Mountain is een tocht van 23 kilometer lang en met een totaal te overbruggen hoogte verschil van 1755 meter. Het pad voert over de 5365 meter hoge Drohma Pas. In principe lopen we de kora in één dag want het is ons onbekend of je überhaupt ergens halverwege zou kunnen kamperen en of er water is. Deze Kora die wel hier en daar wordt beschreven maar zelden wordt uitgevoerd is voor ons als HT/SL ook nog niet bekend dus in die zin een stukje experimenteel. Dat is ook de reden dat we er 2 dagen voor uittrekken. Heb je de Kora gelopen dan is het beslist verstandig de dag erop een dagje rust te nemen. Mocht het ter plekke blijken dat de tocht wel in twee etappes is in te delen dan verdient dat de voorkeur.

Wanneer we er voor zouden kiezen om in en rondom Shey een dag korter door te brengen dan kunnen we er ook voor kiezen om via een andere route naar Saldang te lopen. In dat geval kom je langs het bijzonder afgelegen klooster Shyamling en het kleine maar belangrijke dorp Bhijer.

Dag 15 Shey naar Namgung (4450 meter), 5 uur lopen, 400 m stijgen, 350 meter dalen

Vandaag gaan we naar Namgung, dat we na de oversteek van de Gelu La (4850 m)bereiken. De pas is niet moeilijk ook al is er omhoog nog wel een steil stuk. Na een lange afdaling zien we Namgung ineens liggen. Het dorp ligt in een kloof in een landschap dat doorsneden is door diepe canyons. We kamperen nog voor Namgung, bij chörtens (stupa`s). Als de tent staat is het zeker de moeite waard om nog even naar het dorp te wandelen.

Dag 16 Namgung naar Saldang (4000 meter), 4 uur lopen, 350 meter stijgen, 800 meter dalen

Op het pad naar Saldang lopen we langs gebeds-muren met een ontelbare hoeveelheid gebeds-stenen. In deze stenen zijn heilige boeddhistische teksten gebeiteld. Afwijkend van de meeste andere Dolpo valleien groeien er in Saldang bomen, de fortachtige huizen staan onder aan een helling op een plateau boven de Nagung Khola. In Saldang is nog vrij veel landbouwgrond op de ruige omgeving veroverd. Op deze hoogte kan vaak alleen nog gerst, soms tarwe, als voedingsgewas worden verbouwd op geïrrigeerde velden. Verder leeft men van knolgewassen (aardappels) en veeteeltprodukten. De bevolking is semi-nomadisch en trekt in het warmste deel van het jaar op de hooglanden rond met kuddes yaks en schapen. Overigens wordt dat werk soms ook uitbesteed aan nomadische Dolpo bewoners de Drok-pa. Het is goed mogelijk, dat we onderweg op een kamp van hen stuiten.

Dag 17 Saldang naar Khoma 4200 m over een pas 4615 m, 5 uur, 700 m stijgen, 600 m dalen

Vandaag begint met een afdaling door het dorp Saldang. Er is een klooster maar dat is meestal gesloten. Vervolgens dalen we af naar de brede rivierbedding onder Saldang. Na de rivier over gestoken te zijn, begint een lange geleidelijke klim van toch weer bijna duizend hoogtemeters. De naamloze (maar met gebedsvlaggen gemarkeerde) pas blijft zich tot op het laatst verschuilen achter weer een volgende plooi in het landschap. Vanaf dit pasje is het een korte afdaling naar het dorp Khoma waar we ons kamp opslaan. Khoma is een interessant dorp met een klooster en een school. Hier komen niet veel toeristen gezien de grote belangstelling voor ons kamp.

Dag 18 Khoma over een pas (4370m) naar Shimen, 3925m en verder naar Pu gompa (3980 m), 5 uur lopen, 200 m stijgen, 335 m dalen

Dit is een vrij korte en niet zo’n vermoeiende dag. We hebben dus alle tijd om van de prachtige uitzichten te genieten. Vanaf Khoma dalen we een beetje af tot de brug over de rivier om dan (je raadt het al) weer flink te stijgen naar de Shimen La. Vanaf de Shimen La kijken we de Panjygang vallei in. Beneden ons ligt het grote dorp met verspreid liggende huizen en landbouwgrond die zijn omgeven door muren van opgestapelde stenen.  Na het dorp lopen we langs bijzondere en volgens sommigen de langste manimuren van Nepal. Dan is het nog 2 uur terwijl we de loop van de rivier naar beneden volgen naar de volgende kampplaats. Die ligt in de tuin van het kleine klooster van Pu.

Dag 19 Pu naar Tinje (4190 m), 4 uur lopen, 100 m stijgen, 300 meter dalen

Na een kleine klauterpartij langs een oude landslide komen we in een brede vallei waar het behoorlijk kan waaien. Verbazingwekkend om in dit zo afgelegen deel van de wereld ineens geconfronteerd te worden met gemotoriseerd vervoer. Blijkbaar is de grens met China hier open voor handel zodanig dat er een strook ongeasfalteerde weg van ongeveer 5 km is aangelegd die kan worden gebruikt om goederen te vervoeren. Vandaag bereiken we het kamp bij het grote en levendige dorp Tinje.

Dag 20 Tinje rustdag

We hebben inmiddels alweer 5 dagen achtereen gelopen en het weer eens tijd voor een rustdag.
Tevens heb je hier de hele dag om dit bijzonder dorp eens goed te bekijken. Wie wil kan ook in een zijvallei nog mooie chörtens en oude ruïnes vinden.

Dag 21 Tinje naar Mola BC, 4580m, 6,5 uur lopen, 530 m stijgen, 125 m dalen

Na Tinje steken we de rivier over over een oude houten brug en we stijgen heel geleidelijk door een grote open vallei over een makkelijk pad. Onderweg passeren we de grote Chörten Maghro. Vanaf hier is er een trail die in 2 dagen leidt naar Do. Hier en daar vernauwt de vallei zich en lopen we vlak langs de rivier, dan weer opent het landschap zich. Het pad is makkelijk en dat is maar goed ook want de hoogte maakt het gaan toch wel wat vermoeiend. Na een koude rivierdoorwading slaan we af richting de Mola La. Hierna lopen we ineens een stuk door een smalle kloof. Aan het eind komt hij uit op de brede Larkyap vallei die uiteindelijk omhoog gaat naar de Mola La. Er zijn verschillende mooie kampeerplekken waar we uit kunnen kiezen. Vannacht zal het gezien de hoogte wel eens een koude nacht kunnen worden.

Dag 22 Mola BC over de Mola La (5030m) naar Chharkha 4320m, 7 uur, 580 m stijgen, 840 m dalen

We beginnen met een heel geleidelijke klim door de brede vallei naar de Mola La. We lopen kans om hier nog een echt nomadenkamp tegen te komen. Altijd een indrukwekkend gezicht met de zwartharen tenten en de grote kudden yaks. Het laatste stukje is een vrij steile stofhelling. De afdaling is heel erg mooi vooral als je de fantastische noordwanden van de Dhaulagiri keten in beeld krijgt . Langzaam kronkelen we langs de bergrug naar het schitterende dorp Chharkha Bhot (beroemd van de film Himalaya). Boven aan het dorp staat een mooie chörten. Ook hier hebben een goede kans dat men druk is met het verwerken van de oogst. Wij hebben beperkt tijd om het dorp te bezichtigen. Het dorp bestaat eigenlijk uit 2 delen. Het oudste deel ligt iets bovenop een heuvel en lijkt een soort fort. Het 2e deel ligt meer beneden bij de rivier en is meer een soort handelscentrumpje met wat winkeltjes waar je wat basale dingen kunt kopen. De mensen zien er echt uit als Tibetanen. De mannen zijn groot en sterk en ze dragen lange paardenstaarten die overgaan in een lange rode streng wol die ze om hun hoofd wikkelen. De vrouwen dragen de bekende Tibetaanse schorten bestaande uit verschillende repen stof in diverse kleuren. Er zijn ook 2 kloosters van verschillende Tibetaans Boeddhistische stromingen: één van de Bön en de ander een Nyingma klooster. De verschillende aanhangers leven in harmonie met en door elkaar.

Dag 23 Chharkha naar Khyoklun Khola, 4820 m, 6 uur lopen, 870 meter stijgen en 370 meter dalen.

Vanuit Chharkha loop je in oostelijke richting langs de rivier de vallei weer omhoog. Het pad gaat in eerste instantie wat op en neer o.a. langs een chörten als uitzichtspunt. Dit is het punt dat ook door de dorpelingen als het einde wordt gezien van de bewoonde gebieden. Vanaf hier nemen we een route die door toeristische groepen maar heel zelden wordt gedaan, misschien niet eens 1x per jaar. Tot aan Lo Mantang in Mustang is er geen bewoning en je loopt vlak lang de grens met Tibet. Nu wordt het pad spectaculair. Langs de loodrechte wanden is er soms te weinig ruimte voor het pad zodat je een paar meter tegen de wand omhoog moet om dat krappe stukje voorbij te kunnen zonder dat je per sé de rivier over moet. Bij de splitsing van de rivier trek je het linker dal in. Hier steken we de rivier over en beginnen aan een fikse klim. Halverwege die klim is er een grote landslide. Wie handig is, sterk is en de moed heeft, gaat er overheen, anders kun je er via een hogere route omheen lopen. Het kamp ligt op een prachtige vlakke plek naast de rivier.

Dag 24 Khyoklun Khola naar Araniko Base Camp, 5320 meter, 4 uur lopen, 650 meter stijgen, 50 meter dalen.

Vandaag is een makkelijke dag, alleen de hoogte maakt het lopen wel zwaarder. Het pad is goed en de stijging geleidelijk. We hebben de bewoonde wereld weer ver achter ons gelaten en we zijn alleen in de stilte van de overweldigende natuur. Het is een vrij brede open vallei met aan weerskanten mooie berghellingen met hier en daar besneeuwde toppen. Halverwege zie je de toegang tot de Ghemi pas die een snelle toegang biedt om naar de vallei van Mustang te komen. We kamperen daar waar er nog wat water te vinden is want hoe hoger we komen hoe moeilijker het is om wat water te vinden. Dit zal de hoogste kampeerplek zijn op deze tocht. Het is er winderig en koud.

Dag 25 Araniko Base Camp over AnijeLa (5680 meter) naar Sumdo Camp naar het Snowleopard Lake (5190 meter), 8 uur lopen, 640 meter stijgen en 770 meter dalen.

We staan op en kijken een wonderbaarlijke lege wereld in. Naar links liggen de witte toppen van de grens met Tibet. Na een half uur vrij vlak terrein begint een zigzag pad naar een voorpasje. Dan volgt een route met puin langs een grijs gletsjermeertje omhoog. De plaats van de echte pas is niet heel erg duidelijk en we kunnen het alleen vaststellen met de gps. Het is een bollende vlakte met rode, roze, lichtbruine en witte keien. Dit is met recht het dak van de wereld die hier bestaat uit sneeuw, keien en blauwe lucht. Het is dan nog een behoorlijk eind “up and down” langs de hellingen naar een meer beneden. Dat wordt ook wel het Snowleopard Lake genoemd. Het terrein voor het meer is als het Schotse Hoogland met veel bobbelige pollen en diepe voren met water of ijs. Door een moreneveld dalen we nu verder af en op een grote plek bij de samenloop van 2 rivieren maken we kamp op 5000 m. In 2015 zagen we een grote kudde kyang, het ranke Tibetaanse wilde paard wegvluchten in een zijvallei richting Tibetaanse grens.

Dag 26 Sumdo Camp naar Kekyap Phedi (5000 meter), 3 uur lopen, 100 m stijgen, 300 meter dalen

We doen het rustig aan want het is niet ver vandaag tenzij we besluiten om dag 28 en 29 samen te voegen bijvoorbeeld in het geval het weer verslechtert. Langs de rivier dalen we trapsgewijs af. Wanneer je de rivier verder naar het zuiden zou volgen kom je bij Gar Gompa in de Mustang vallei. Dit is echter vanwege de steilte van de rotswanden niet mogelijk. We maken kamp aan de voet van de Kekyap La, de pas die ons dan toegang geeft tot Upper Mustang. We zijn dan op ongeveer 5000 meter. Het laatste uur zien we al weer tekenen van mensenwerk. Blijkbaar komen hier in de zomer yakherders naar toe om de kuddes in de moessontijd hier te laten grazen.

Dag 27 Kekyap Phedi over Kekyap La (5630 m) naar Lo Manthang (3680 m), 7 uur lopen, 850 meter stijgen, 2000 meter dalen!

De Kekyap La is ongeveer 5630 meter hoog. Het eerste deel contour je langs de berghelling omhoog, af en toe zigzaggend over smalle paden en soms “cross country”. Het laatste stuk is echt zwaar gaan op deze hoogte over een steil zanderig pad. Bovenop de pas vinden we gebedsvlaggen en een steenhoop en een onwerkelijk en weergaloos uitzicht. Voor je ontvouwt zich de hele Mustangvallei met in de verte en diep beneden je het legendarische stadje Lo Manthang, tegenover je grijsbruine heuvels en de witte toppen van Tibet en de besneeuwde kammen van de Damodar Himal. In het zuiden zie je de rechtopgaande ijswanden van Annapurna en de Nilgiri`s. Nog een tijdje blijf je op hoogte totdat je aan de definitieve afdaling begint naar Lo Manthang. Het is een prachtige dag maar een lange afdaling. Nadat je in het dal bent aangekomen is het nog ongeveer 2 tot 3 uur naar Lo Mantang. Je loop op dit stuk nog langs oude ruïnes van paleizen en kloosters. We zetten de tent op in de tuin van een lodge en na lange tijd is er sprake van enige sanitaire voorzieningen. Een echt toilet en een warme douche! Het is meteen ook een stuk warmer.

Dag 28 Lo Manthang rust

Na de vele en lange omzwervingen door Inner Dolpo voelt het hier toch wel een beetje als weer terug zijn in de bewoonde wereld. Te midden van immense lege landschappen is hier dan in eens een stadje met winkeltjes, restaurantjes en lodges.
Mustang zelf is omgeven door een hoge muur met vierkante torens op de hoekpunten. Alleen een wit paleis van vier verdiepingen en drie roodgekleurde kloosters steken boven de muren uit. Het stadje heeft slechts één poort. Met 1000 inwoners is Mustang naar de maatstaven van de regio een grote stad. Sinds de weg vanuit Tibet klaar is komen hier vrachtwagens met allerlei Chinese goederen die door Nepalese handelaren verder worden gebracht om te verhandelen.
De witte huizen hebben op de hoekpunten van de platte daken roodgeverfde chörten met daarop gebedsvlaggen, die aan lange stokken naar beneden wapperen. De inwoners zijn nog overwegend traditioneel gekleed. De straatjes zijn smal en bochtig en het stadje als geheel straalt een middeleeuwse sfeer uit. We bezoeken 2 kloosters, een monnikenschooltje. Het oude paleis is door de aardbevingen van 2015 enigszins beschadigd zodanig dat de koninklijke familie is vertrokken naar Kathmandu.
Sinds een paar jaar is Lo Manthang nu over de weg te bereiken en dat betekent dat het er een stuk drukker op is geworden. Nu is die weg niet erg comfortabel dus wij lopen liever over de schitterende paden die de weg grotendeels vermijden.

Dag 29 Lo Manthang naar Dakmar (3620 m) over de Chogo La (4295 m) en de Mui La (4140 m), 5,5 uur lopen, 1000 meter stijgen, 900 meter dalen

Over 2 kleinere passen gaat het nu zuidwaarts. In de aanloop van de eerste pas kun je de Kekyap La, waar we vandaan komen heel mooi zien liggen. Natuurlijk bezoeken we het 1000 jaar oude klooster Gar Gompa dat zo mooi hoog op de helling ligt. Prachtig uitzicht over de Damodar Himal aan de andere kant van de grootse Mustang vallei. We kamperen uiteindelijk tegenover de knalrode rotswanden van het dorpje Dakmar, één van de mooiste plekken van Mustang.

Dag 30 Dakmar naar Shyangmochen (3800 m), 5 uur lopen, 860 m stijgen en 700 m dalen

Tussen Dakmar en Ghemi passeer je op een prachtige plaats een verzameling van grote en kleine chörten  die qua kleur moeiteloos in het landschap opgaan. Een magische plek!  Even verderop ligt de grootste manimuur van Mustang een prachtig bouwwerk van honderden grote en kleine manistenen, mooi rechtstandig geplaatst is een hele lange muur. Vervolgens loop je door de middeleeuwse straatjes van Ghemi. Als er voldoende tijd is en interesse nemen we nog even een kijkje in het kloostertje.
Een paar flinke ups en downs (“Nepali flat”), o.a. over de Ghemi La (4000 m), verderop liggen de paar huizen van Syangmochen. In de tuin van één van de lodges gaan we kamperen.

Dag 31 Shyangmochen naar Chusang (3080 m), 6 uur lopen, 745 m stijgen en 1370 m dalen, 1,5 uur jeep naar Kagbeni en Jomosom (2750 m)

Over een breed pad dalen we af in een diepe kloof naar de Chungsi Cave. Het is echt een afdaling als het ware in de schoot van moeder aarde. Eén van de grootste yogi`s van het Tibetaans Boeddhisme, Guru Rinpoche, zou hier hebben gemediteerd. Er is een soort kloostertje omheen gebouwd en dit is echt een hele bijzonder plek zo diep verscholen in de spelonken van de kloof. Je vindt er in verschillende ruimte natuurlijk stupa’s en veel gebedsvlaggen en yakboterlampjes. Dan stijgen we naar de volgende pas en in het kleine dorpje Samar stoppen we voor de lunch. Daarna volgt een prachtige afdaling langs steile rotsen naar het dorpje Chele.
In een dik uur loop je naar Chusang. Daar stappen we in een jeep die ons via Kagbeni naar Jomosom brengt. Na 27 dagen meer of mindere wildernis ben je nu weer echt terug in de bewoonde wereld. Bussen, jeeps, een vliegveld, hotelletjes, restaurants, souvenirshops en winkels. Hoewel ook dit nog een uithoek is doet het zich aan jou toch voor als een wereldstad.

Dag 32 Jomosom-Pokhara-Kathmandu

Als het mogelijk is om te vliegen naar Pokhara zullen we dat zeker doen, maar omdat er door de aanleg van de weg minder behoefte is aan vluchten is het soms onmogelijk om tickets te kunnen kopen. In dat geval rijden we in één dag terug naar Pokhara met mogelijk nog een overnachting aldaar. Zoveel mogelijk daarop aansluitend vliegen we door naar Kathmandu. De overgang kan niet groter zijn: van de stilte en ruimte van Inner Dolpo en Mustang naar de chaos van Kathmandu met z’n onophoudelijke verkeersinfarcten en massa`s mensen.

Dag 33 Kathmandu extra dag

Nog even wat inkopen doen en je voorbereiden op de vlucht naar huis. Deze reis zal nog heel lang bij je blijven als een buitengewone ervaring. Het was een soort reis in de tijd die je hebt gemaakt, een echte “once in a lifetime” ervaring. Berg- en natuurliefhebbers hebben van allerlei zeer bijzonder landschappen aan zich voorbij zien trekken en mensen die houden van cultuur en religie hebben hun hart kunnen ophalen in de dorpen en kloosters waar de mensen zich aan de steentijd ontworstelen.

Dag 34 Kathmandu vertrek

Afscheid van Nepal, natuurlijk een beetje weemoedig maar met veel rust en ook met vernieuwde energie begin je aan je thuisreis.

Dag 35 Aankomst in Amsterdam